11 mei 2015

Les Nuits Botanique: Jacco Gardner (voorprogramma: The Sunday Charmers + Alamo Race Track)


In de Orangerie van de Botanique mocht Jacco Gardner zijn tweede album komen voorstellen. Vonden we, zoals je hier kan lezen, dat het soms wat te zweverig klinkt op plaat, dan waren we in ieder geval wel benieuwd hoe het live allemaal zou klinken en gedreven door die nieuwsgierigheid, stuurden we onze reviewer op pad.


De muzikale avond werd geopend door The Sunday Charmers, een driekoppige band uit Brussel die hun bassist delen met Recorders. In de klassieke bezetting van bas, gitaar en drums speelden ze zeer aangename rocksongs. Bij momenten deden ze ons denken aan die andere Brusselaars: Great Mountain Fire. Minpuntje was wel dat hun nummers wat te lang uitgesponnen worden: dat gold zowel voor de liedjes in hun geheel als voor sommige leuke details die te vaak herhaald werden. Opmerkelijk bleek daarnaast hoe goed de bassist en de drummer een stevige basis legden voor elk liedje.


Meteen daarna echter werden ze door Alamo Race Track gedegradeerd tot louter een sympathiek groepje, want wat de Nederlanders uit de mouw schudden, mogen we gerust de verrassing van de avond noemen. Het kwaliteitsverschil was onmiddellijk hoorbaar. Er werden muzikaal weidse horizonten opgeroepen als bij Calexico en zanger Ralph Mulder zag er met zijn petje, stoppelbaard, afgedragen jeans en geruit hemd uit als Kurt Wagner van Lambchop. Net als die frontman strooide hij quasi achteloos zijn gitaarakkoorden en zijn vocalen rond. De songs van de Amsterdammers hadden vaart en zaten tjokvol details die de sound rijker en gelaagder maakten. Het vijftal wist met onder meer Everybody let's go en Unicorn heel veel enthousiasme los te weken.


In eerste instantie leek zelfs Jacco Gardner overschaduwd te worden door de Amsterdammers. Diens set kwam wat traag op gang, ondanks een vroeg gespeeld Clear the air uit het debuut. Net als op plaat klonk het soms wat te mellow en te zweverig. Wel hoorden we dan al dat de bassist (en de drummer) de songs impulsen gaven die het potentieel hadden de kwaliteit te verhogen.
Het kwam er pas echt goed uit vanaf bijna halfweg de set, wanneer vanaf Summer’s game en Another you het tempo wat omhoog ging, er meer kracht school in de nummers en de interactie tussen publiek en band die laatste vooruit leek te stuwen. De reguliere set werd uiteraard afgesloten met single Find yourself en het vijftal verraste door in het eerste bisnummer wat wissels door te voeren: de keyboardspeler en de gitarist wisselden van plaats (en instrument) en hetzelfde deden ook de drummer en de bassist. Het plaatste de beide achteraan het podium gezeten muzikanten wat meer op de voorgrond. Terecht, want elk hadden ze mee hun stempel gedrukt op de liedjes: de keyboards leverden de hoge tonen die associaties oproepen met Tame Impala terwijl de drummer (samen met zijn spitsbroeder in de ritmesectie) onwrikbare fundamenten legde.

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

Geen opmerkingen: