11 december 2014

Matt Watts


Vorig jaar vond ik het album Wayward wind van Matt Watts en The Calicos één van de beste van dat jaar. Door velen werd het schandelijk over het hoofd gezien, maar ik was er werkelijk lovend over, zoals je hier kan lezen. 
Matt heeft net een nieuwe plaat uit, op Starman Records. Songs from a window werd zonder The Calicos gemaakt, maar Guido Op De Beeck, die de vorige plaat opnam en erop meespeelde, neemt ook hier weer de basgitaar ter hand. En deze plaat heeft meteen ook een heel andere klank dan de vorige. 
Waar ik vorig jaar bij Wayward wind vooral aan The Low Anthem moest denken, is die referentie eerder afwezig. Watts presenteert zich hier, in de sobere arrangementen, meer als een "eenzame" singer-songwriter. 
Het begint allemaal met Leonard Peltier, een Noordamerikaanse indiaan die onschuldig gevangen blijft voor de moord op 2 FBI-agenten, sinds 1977. Eerder namen artiesten als John Trudell en Little Steven het al voor deze man op, nu voegt Matt Watts daar zijn nummer aan toe. Militant klinkt het niet en daarom doet het eerder aan songs van Bob Dylan met een gelijkaardige thematiek denken: het verhaal wordt verteld en de luisteraar wordt zachtjes richting het besluit geduwd. "I hope to find you where I left you", zo opent Just over the highway. Het is een triestig liefdesliedje, waarin spijt en het vervlieden van hoop de boventoon voeren. Diezelfde trieste ondertoon zit nadrukkelijk ook in de stem van Watts wanneer hij Did you have to be so cruel zingt. Het is een stem die door merg en been snijdt, niet zozeer krachtig en vlijmscherp, maar zacht-vastberaden en onontkoombaar. Het gaat wat sneller dan een druppel die een steen uitslijt, maar het effect is hetzelfde: je wordt langzaamaan heel diep geraakt.
Op Murder ballads van Nick Cave had All you've come to do (you must do quick) absoluut niet misstaan. In onze geest speelt zich een eindsequentie af van een western, waar in het midden van de ene straat van het dorpje een lijk ligt en de camera uitzoomt zodat het desolate landschap opslorpt. Muzikaal klinkt Orphans misschien wat vrolijker, maar laat je daar niet door misleiden. Zoals Matt Watts ons tijdens het interview vorig jaar al verklapte, zijn de teksten voor hem zeer belangrijk. Zelden zijn die eenduidig voor wie het verhaal in zijn hoofd waaraan hij de lyrics ophangt, niet kent, en dus kan je dit verhaal met bijbelse verwijzingen niet eenvoudig ontraadselen. Gelukkige kan je intussen volop genieten van de slide-gitaar van Joan Giménez Flores. Het knikje in de gitaar na enkele zinnen in Unkind verrast en zet ons even op het verkeerde spoor. 
To keep you hear for a while is het soort lied dat slechts zeer langzaam onder je vel gaat kruipen, maar na pakweg tien beluisteringen grijpt de onderhuidse spanning je vast om niet meer los te laten. De klokken die op het einde luiden, klinken dan ook bijzonder luguber. Het kampvuur lijkt bij de beginakkoorden van You will know him niet veraf, maar dat soort song wordt het uiteindelijk niet. Wat we krijgen, is een ideale single: catchy refrein en teksten die menige interpretatie toelaten. Wat zouden we graag Matts verhaal achter dit kleinood horen...
Het korte Home by the river (a home by the sea) wordt a capella gezongen. Dat is in tijden waarin a capella steeds zeldzamer wordt, altijd wennen. Het klinkt wel erg rauw en naakt zo en je hoort op de achtergrond voetstappen. Intrigerend... En kijk, dan is daar ineens de klank die we gewend waren van de vorige plaat, alsnog terug: For that lonesome eye sluit helemaal aan bij Wayward wind en strijdt om de titel van beste song op deze plaat met You will know him. De strijd is nog even onbeslist.
Op de afsluiter van dit album, Bitterness, waart de geest van Neil Young. En misschien is het bezongen gevoel wel de overheersende toon die we bespeuren in het merendeel van de songs.
Net als vorig jaar is Matt Watts erin geslaagd ons aangenaam te verrassen. We hadden gedacht dat het moeilijker zou zijn na zijn tour de force van vorig jaar, maar door het inslaan van een andere richting zonder zijn eigenheid te verloochenen, is hij daar toch wonderwel in geslaagd. Chapeau!

Geen opmerkingen: