24 september 2014

Verslag Leffingeleuren 2014 - dag 2

Ook op de tweede dag van Leffingeleuren was het warm en meestal droog en het is dan ook geen wonder dat onze man alweer het echte zomerfestivalgevoel had. Hij overbrugde de korte afstand tussen concerttent en zaal De Zwerver meermaals om je verslag te doen van wat zaterdag zoal te zien en horen viel.


Twee drummers en twee blazers meebrengen, zo kom je algauw aan acht leden op het podium. Trashcan Blues Collective heeft van de Mississippi alvast onthouden dat buiten de oevers treden vruchtbaar kan zijn en daarom spelen ze niet enkel blues, maar waagt de groep zich ook aan muzikale uitstapjes buiten het genre dat in hun naam verwerkt zit. Diverse bandleden nemen al eens plaats achter de microfoon. Wij onthouden naast hun eigen songs ook de mooie cover van Dirt in the ground (Tom Waits).
Jammer genoeg bleek door onverwachte omstandigheden het optreden van BRNS afgelast. We bleven even hangen op het plein voor De Zwerver waar op zaterdag en zondag telkens 10 geselecteerde singer-songwriters kort acte de présence geven in het kader van Busker Street. Wij pikten een grappige en goede Siel Meeus en The Salesman Who, wiens zenuwen duidelijk in de weg zaten, mee.


In heel korte tijd is het snel gegaan met de populariteit van het Nederlandse Dotan, dat zijn eerste Belgische concert ooit speelde voor massaal opgekomen pubermeisjes en andere jonge fans. Hun muziek zouden we een soort folkpop noemen, die door de gelijkenissen met de stem van José Gonzalez soms verrassend dicht bij Junip aanschurkt. “Thuis” is een weerkerend thema in hun liedjes, getuige opener Home II en afsluiter Home, de single die al dat plotse succes verklaart. En waar sommigen bij hun coverkeuze al eens de mist in durven gaan, blijkt de frontman over voldoende zelfkennis te beschikken om te kiezen voor Stolen dance (Milky Chance), dat hen uitstekend ligt en waarvan hun tragere versie wist te bekoren.

 
Home (live) - Dotan 


Een meer exotische naam op de affiche was Bombino. In tegenstelling tot de Syriër Omar Souleyman die op Pukkelpop ineens een heuse cultstatus bereikte en massa’s jongeren naar de tent lokte, moest hij het stellen met voornamelijk wat oudere, avontuurlijke luisteraars. De desertblues uit Niger dat het viertal bracht, bewijst waarom de blues in het Westafrikaanse buurland van Mali evengoed thuiskomt. Parallellen met Ali Farka Touré en Toumani Diabaté waren, zeker door het bijzondere gitaarspel, nooit ver weg.

  
Met stip aangeduid op het festivalschema stond Blood Red Shoes. Het duo uit Brighton speelde hier al eerder en bracht een vierde album mee, dat eerder dit jaar uitgebracht werd. Na een instrumentale wervelwind werd ingezet met I wish I was someone better uit hun debuut en dat maakte uiteindelijk duidelijk hoe de nieuwe nummers opnieuw meer aansluiten bij hun vroegste werk. Don't ask en Light it up uit de tweede plaat behoorden eveneens tot de parels maar de beste song bleek toch het nieuwe An animal.


Dé ontdekking van deze dag was het Britse The Wytches. Het jonge trio, ook al uit Brighton, brengt noiserock met het enthousiasme van Niels Albert die net te horen heeft gekregen van de dokter dat hij terug aan veldrijden mag doen. Vanaf het openingsnummer is al meteen duidelijk dat het vroege Nirvana nooit veraf is, maar ook het jonge Oasis, The Black Keys en een portie surf worden erdoorheen gemengd. Als grunge de komende jaren een revival zou kennen, verwachten we dit drietal op de eerste rij. Zelfs de hese ballads verraden tonnen talent.

 
Crying clown (live) - The Wytches


Het minste wat je kan zeggen over het optreden van Tricky, is dat het een hele belevenis is. En dat geldt niet enkel voor wie voor het podium staat, maar zowaar nog meer voor de drummer, de gitarist en de zangeres (Francesca Belmonte) die hij meebracht. Strak, haast dictatoriaal dirigeert hij hen, met handgebaren en soms zelfs vocaal aangevend wanneer ze hun instrument het zwijgen moeten opleggen, mogen invallen of luider moeten spelen. Zelf vecht hij intussen met de microfoons en strompelt over het podium, alle aandacht voor zichzelf opeisend. Het publiek weet niet zo goed wat het moet aanvangen met zijn attitude, die volkomen zijn imago van moeilijke jongen bevestigt. Maar de muziek is fenomenaal goed. Daarbij wordt niet enkel geplukt uit het net verschenen Adrian Thaws. Toch blijven de grote hits uit het verleden in de kast. Afgesloten wordt er, nadat de voorziene tijd al overschreden is, met een extra lange versie van By myself.


In de zaal bewijst Madensuyu net als andere vele andere duo’s dat je met twee ook minstens evenveel kracht en energie kan uitstralen. De songs uit Stabat mater gaan er bij het talrijke publiek in als zoete broodjes. Hun set is al even bezig als iedereen die Tricky niet wou missen, snel komt binnengelopen. Strak en stevig wordt er gemusiceerd en daar lusten we wel een papje van. Bovendien blijkt een zaal de perfecte biotoop voor deze Belgen.


Oscar And The Wolf kleedde het podium in de concerttent aan met palmbomen en de relaxte, zomerse vakantiesfeer van hun muziek komt er perfect tot zijn recht. Het typische en herkenbare geluid dat zijn hoogtepunt kent in de massaal meegezongen singles Princes en Strange entity is naast hun sterkte ook hun zwakte. In het geheel van een volledige set missen we wat variatie om een plaats zo hoog op de affiche helemaal te rechtvaardigen, maar verder geen kwaad woord over Max Colombie en zijn kompanen. De uit zijn voegen barstende tent gaf hen overigens meer gelijk dan ons.

Je kan dit verslag ook hier lezen op Indiestyle.

Geen opmerkingen: