08 september 2014

Luke Sital-Singh


Al vanaf de eerste noten van opener Nothing stays the same weet je dat Luke Sital-Singh goud in de vingers heeft (eind vorig jaar was het hier trouwens "lied van de week"). De eenvoudige gitaar, de sobere arrangementen en de erg vlot binnenkomende stem zadelen je op met een oorwurm van jewelste. Toch brak het nummer eind vorig jaar niet bepaald veel potten. Dat gebeurde intussen wel met Greatest lovers (ook al een "lied van de week" onlangs), waardoor de interesse voor debuut The fire inside meteen gewekt is.
De 26-jarige Brit, zo leren we uit zijn biografie, maakte als fan van The Offspring en Korn kennis met Damien Rice en belandde zo uiteindelijk bij inspiratiebronnen als Ryan Adams, Ray LaMontagne, Josh Ritter, Neil Young en Bruce Springsteen. Wij horen ze niet allemaal terug in zijn eerste plaat, maar dat hij intussen veraf staat van punkrock en nu metal, mag wel duidelijk zijn. Eerlijk gezegd zou ‘s mans stem in die genres ook niet echt passen. Gelijkenissen die we dan weer wel horen, zijn The Killers en Manic Street Preachers. Luke Sital-Singh slaagt er immers in om melodieën te schrijven die erg radiovriendelijk zijn, slechts een tikkeltje stout en overgoten met vaseline voor de oren. Het valt dan ook te voorspellen dat puristen algauw zullen staan roepen dat hij zijn muzikale ziel verkoopt aan makkelijk succes en “té commercieel” is. Natuurlijk zijn we niet blind voor het hitpotentieel in vele van de songs en avontuurlijk zullen we dit niet noemen, doch ter verdediging van de Engelsman stippen we aan dat het niveau altijd hoog blijft en dat Luke binnen het spectrum dat hij wil bestrijken de nodige variatie aan de dag legt.
Vrijwel elk nummer komt in aanmerking om als single uitgebracht te worden. Of het nu het fluisterliedje Lilywhite is of Everything is making you, steeds verlang je ernaar dit op gezette tijden terug te horen, als voormiddagdeuntje tijdens het werk of als ontspannende muziek bij het avondeten. Nearly morning houdt stand in elke playlist van Studio Brussel én Radio 1. We don't belong brengen we eveneens graag onder je aandacht.
Valt er dan niets negatiefs te zeggen over dit album? Jawel, want de zwakte zit hem natuurlijk in het al bij al misschien wat beperkte spectrum waarbinnen Sital-Singh blijft. Avontuurlijke oren blijven op hun honger en zullen misschien een lichte geeuw niet kunnen onderdrukken, hoewel ze het vakmanschap waarderen. De Brit lijkt voorlopig niet van plan zijn comfortzone te verlaten, wat hem bij een debuut makkelijk te vergeven valt, doch het lijkt ons eerder noodzakelijk als hij ook in de toekomst wil blijven luisteraars charmeren en boeien.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Beluister hieronder het volledige album:


Geen opmerkingen: