30 juli 2013

The Besnard Lakes


Tien jaar na hun eerste album, dat ze toen nog gemakshalve Volume I noemden, brengen de Canadezen van The Besnard Lakes hun vierde plaat uit. Het is in ieder geval de moeilijkst te onthouden titel geworden die we in lange tijd hoorden: Until in excess, imperceptible UFO is een cryptische bedoening, die we nog niet helemaal begrepen hebben.
46 satires, waarmee het viertal uit Montreal aanvat, begint als iets van Sigur Rós. Over lang uitgesponnen gitaarsoundscapes wordt veraf klinkende zang gedrapeerd. Wie oud genoeg is, herkent overigens ook de sound van Pale Saints, Paladins en zelfs This Mortal Coil. Wereldschokkende, nieuwe muziek horen we niet, al zal je ons misschien tegenwerpen dat zoiets na al die jaren pop en rock nagenoeg onmogelijk geworden is, en gelijk heb je.
Wij zijn dan ook verguld met het fijne plaatje dat door onze boxen klinkt. Hoewel People of the sticks bijna alles heeft om een uitstekende single te zijn, zouden wij persoonlijk de zang wat meer naar voren mixen. Ook het afsluitende Alamogordo bekoort. Het is een buitenbeentje op deze plaat doordat de groep hier nog het meest een plek op een soundtrack lijkt te ambiëren. De lange outro laat je mijmerend achter.
Afgaande op de foto’s die we op het internet vonden van Besnard Lake, een meer in het Canadese Saskatchewan, waar vooral gekampeerd en gevist lijkt te worden, zou de locatie die haar nam gaf aan deze band, de ideale plaats kunnen zijn om bij valavond heimelijk wat te huiveren op de tonen van deze acht liedjes; of gewoon thuis in uw zetel kan ook natuurlijk.

Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle.

Geen opmerkingen: