31 juli 2013

Vama Veche: Astronaute + Spookhuisje


Dinsdag mocht Astronaute (de naam waaronder Myrthe Luyten, die ook meespeelde op het album van Mad About Mountains, zelf muziek maakt) de tweede dag van het fijne, gratis festival Vama Veche in Brugge openen. Ze deed dat helemaal alleen met gitaar, om haar fluisterfolk te brengen. Nu vind ik zo'n term eigenlijk zelf een beetje bij het haar getrokken, maar het blijft natuurlijk wel zo dat de rustige folkliedjes die ze brengt, zich vooral niet opdringen en heel vriendelijk en beleefd bij je oor komen aankloppen. Astronaute staat op het punt een eerste EP op te nemen en trakteerde ons op een selectie oudere en nieuwe liedjes. Hoogtepunt bleef toch In the cold of the sleeping alone, met een erg sterke melodie. Ook de nieuwere songs, zoals Lioness en Lighthouse (dat Myrthes obsessie met de zee vorm geeft), wisten te overtuigen. Jammer dat er zo weinig volk was op het vroege namiddaguur (al zal het weer daar ook wel voor iets tussengezeten hebben).


In het Astridpark, waar Vama Veche doorgaat, zijn enkele kunstopstellingen. Met één ervan had ik toch wel wat moeite. In een door hekken afgebakende ruimte zit een familie "marginalen", gespeeld door jonge acteurs, die "je zeker niet mag voederen". Nu begrijp ik dat je zo'n performance kan gebruiken als kunst om mensen bewust te maken van iets of hen een spiegel voor te houden, maar de manier waarop de acteurs gewoon een hoop clichés op elkaar gooiden (zoals de blikjes Cara Pils in een schelpvormig zwembadje in de "living"), lijkt me enkel clichébevestigend te werken en leert mensen niets bij over zichzelf of over mensen aan de rand van de maatschappij. In feite is het even erg als uitlachtelevisie en als het laten opdraven van Boer Charel op VTM.


's Avonds speelde Spookhuisje een set op het podium onder de tent. U kan hier lezen wat ik vind van het debuutalbum, en live klinken de instrumentale nummers een stuk potenter en dan blijkt de lengte niet langer een belemmering. De drums en bas zorgen samen voor een repetitieve, stevige fundering waaroverheen de gitarist kan improviseren, rondstuiteren, kronkelen, virtuoos zijn melodieën mag leggen. Spookhuisje klinkt dan bij momenten hypnotiserend, en weet de hele set lang te boeien. Wat ik te zien kreeg, was dan ook een echt sterk optreden, verrassend sterk zelfs. Het hele album werd gespeeld, en hoogtepunten waren zeker Dune boogie, Darth entrance en Palm tree tattoo.




 

Darth entrance (live at Vama Veche, 30/7/13)

Lied van de week: week 31 - 2013

Won't cry over you - The Blackwater Fever


The Blackwater Fever is een Australische band die bluesrock en garage maakt, en dit jaar zijn derde album, The depths, uitbracht. Daaruit komt deze overtuigende single, met een baslijntje dat meteen naar aandacht hengelt. Net wanneer je denkt dat het al gedaan is, volgt nog een heel retro aandoend instrumentaal stuk waarna het refrein hernomen wordt. Laat je zeker en vast ook overtuigen...

Je kan het album hier kopen. Via hun Bandcamp geven ze deze single overigens gratis weg:

Won't cry over you (mp3)

Beluister hier ook het hele album:



Lyrics:

Love is done
Hurts like a wreck
Burning on the setting sun

Blood runs wild
At the end of the last breath
The stars don't shine no more
Night falls on the bones of love

I won't cry over you

I was blind
So blind that I couldn't see
And everything went black
Frozen in a heart attack
Cause you're colder than the arctic snow
And it hurts like you'll never know

I won't cry over you

30 juli 2013

The Besnard Lakes


Tien jaar na hun eerste album, dat ze toen nog gemakshalve Volume I noemden, brengen de Canadezen van The Besnard Lakes hun vierde plaat uit. Het is in ieder geval de moeilijkst te onthouden titel geworden die we in lange tijd hoorden: Until in excess, imperceptible UFO is een cryptische bedoening, die we nog niet helemaal begrepen hebben.
46 satires, waarmee het viertal uit Montreal aanvat, begint als iets van Sigur Rós. Over lang uitgesponnen gitaarsoundscapes wordt veraf klinkende zang gedrapeerd. Wie oud genoeg is, herkent overigens ook de sound van Pale Saints, Paladins en zelfs This Mortal Coil. Wereldschokkende, nieuwe muziek horen we niet, al zal je ons misschien tegenwerpen dat zoiets na al die jaren pop en rock nagenoeg onmogelijk geworden is, en gelijk heb je.
Wij zijn dan ook verguld met het fijne plaatje dat door onze boxen klinkt. Hoewel People of the sticks bijna alles heeft om een uitstekende single te zijn, zouden wij persoonlijk de zang wat meer naar voren mixen. Ook het afsluitende Alamogordo bekoort. Het is een buitenbeentje op deze plaat doordat de groep hier nog het meest een plek op een soundtrack lijkt te ambiëren. De lange outro laat je mijmerend achter.
Afgaande op de foto’s die we op het internet vonden van Besnard Lake, een meer in het Canadese Saskatchewan, waar vooral gekampeerd en gevist lijkt te worden, zou de locatie die haar nam gaf aan deze band, de ideale plaats kunnen zijn om bij valavond heimelijk wat te huiveren op de tonen van deze acht liedjes; of gewoon thuis in uw zetel kan ook natuurlijk.

Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle.

Gentse Feesten 2013 - dag 10

De Hotsy Totsy, die ik natuurlijk van naam al kende, heb ik tijdens deze Gentse Feesten pas echt leren kennen (zie hier). Het was dan ook erg passend dat ik er mijn Gentse Feesten afsloot, met een concert van Lightnin' Guy.
Die bluesmuzikant komt uit West-Vlaanderen en organiseert samen met Tiny Legs Tim regelmatig bluesjams in de Hotsy Totsy. Meestal speelt hij met band, maar deze avond trad hij solo op. 


Met een mix van eigen nummers en klassiekers (Voodoo chile, dat we allemaal kennen van Jimi Hendrix, en You gotta move van Mississippi Fred McDowell) wist hij zijn publiek te bekoren. Hij speelde zelfs enkele nieuwe nummers en voegde af en toe een stukje van een bekend nummer toe, als extra kruiden (een streepje AC/DC -Thunderstruck- en Great balls of fire van Jerry Lee Lewis). Het werd een geanimeerd en lang optreden, en zo een waardige afsluiter van een mooie tiendaagse.


29 juli 2013

Gentse Feesten 2013 - dag 9

Het was zondag de laatste dag van het Internationaal Puppetbuskersfestival én van Miramiro, dus pikten we daar nog snel wat voorstellingen mee. Op MiraMiro zagen we de erg leuke voorstelling Le Cirque Démocratique de la Belgique van Cie. Pol & Freddy, waarin een drietal jonge mannen jongleer- en andere circusacts koppelde aan een systeem van rechtstreekse democratie met het publiek. Er waren immers gele en rode kaartjes uitgedeeld, waarmee de toeschouwers konden stemmen, met telkens keuze uit 2 opties. Behalve dat het een aangename rode draad doorheen de voorstelling vormde, liet het eigenlijk ook zien dat democratie helemaal niet zo eenvoudig is als het lijkt en dat manipulatie makkelijk is, door de keuze van de vragen, door beïnvloeding, door hoe omgegaan wordt met de uitslag,... Het bleek een erg grappige, meeslepende en enthousiasmerende vertoning, zoals we die graag zien dus.



Nadat we de prijsuitreiking van het Internationaal Puppetbuskersfestival hadden meegemaakt, bleek het toeval net de winnende voorstelling als laatste -na de prijsuitreiking- geprogrammeerd te hebben.Les funestes épousailles de Don Cristobal van Cie Pelele is een prachtige voorstelling over Don Cristobal die droomt over een vrouw, op zoek gaat en trouwt met diverse vrouwen die toch niet blijken te zijn wat hij ervan had verwacht. Hij probeert zelfs de dood te slim af te zijn. Naast het podium zat één van de speelsters live alle muziek en geluidseffecten te doen. Ik heb natuurlijk niet alle andere genomineerden gezien, maar het leek me een verdiende winnaar.



Op het Luisterplein trad Nele Needs A Holiday op, de band rond Nele die u misschien kent van het afsluitend rubriekje in Iedereen beroemd. Nele brengt liedjes die heel erg dicht bij het leven staan, meer bepaald dat van haarzelf. Ze zingt over hoe het leven is voor een jonge vrouw die aantrekkelijk wil zijn, maar omringd is door knappere jongedames, die beroemd wil zijn, die de liefde wil ervaren met een grote L, maar van lief naar lief struikelt, of soms zelfs eenzaam zonder lief achterblijft. De teksten getuigen van zelfrelativering en (gespeelde) naïeviteit, soms zelfs door de woordkeuze in het Engels. Het is soms een haast kinderlijk eenvoudige en heldere taal die gebruikt wordt. Lange tijd had ik het gevoel te kijken en luisteren naar een soort vrouwelijke Clement Peerens. CPeX grossiert in "typische mannenmuziek" met achterstevoren gespeelde AC/DC-riffs en met macho teksten, en Nele Needs A Holiday kiest net voor poppier muziek die plukt uit een lange traditie, en haar teksten zijn wat ik me -als man- voorstel hoe gesprekken onder jonge meisjes gaan. De aanvankelijke charme lijkt een beetje de achillespees van deze band, maar toen groeiden ze in het optreden en kregen we ook echt heel goeie nummers te horen, waardoor Nele alsnog wist te overtuigen. Deze dame heeft meer in haar mars dan een eerste blik en luisterbeurt laten vermoeden.


Tot slot gingen we nog naar Jonas Winterland in de Spiegeltent. Dat bleek een ideale plaats om naar de liedjes van deze jongeman te luisteren. Zijn album, Mensen zijn gemaakt van dun papier, wist mij dit voorjaar al te overtuigen, en ook live is dit prima muziek. Enkel zichzelf begeleidend op de gitaar, zong hij zowel songs van die plaat als enkele nieuwe liedjes (sommige zelfs in première). Het publiek luisterde verrassend stil, waar hij erg blij om was en wat zijn liedjes ook verdienen. 

Setlist:
  1. Ogen dicht
  2. De figurant
  3. Laura
  4. Onder vreemde wolken
  5. De zwaartekracht
  6. Ik hou je warm
  7. Altijd halverwege
  8. Naar het licht
  9. Mensen zijn gemaakt van dun papier
Bis:
  1. Moeders van morgen
  2. Wie ik ben of hoe ik heet

 

28 juli 2013

Gentse Feesten 2013 - dag 7

Na wat ronddrentelen in de binnenstad, ging ik met mijn zoon naar het Puppetbuskersfestival. Aan de poort van het Europees Figurentheatercentrum was er een voorstelling van Collectif ZO Prod (La famille Truvora), maar omdat dit een voorstelling is voor één persoon (die zo'n 5 minuten duurt) en er al een hoop volk stond, besloten we al naar binnen te gaan voor de volgende voorstelling. De Spanjaard Aitor Sanz Juanes (van La Rusca) bracht er een vurige, Iberische variant van het bekende Engelse Judy & Punch-poppentheater (Les aventures de Mr Punch). Jammer dat zijn Frans niet altijd even goed verstaanbaar was, want het werd een leuke, grappig voorstelling die ook mijn zoon enorm wist te waarderen.



In de vooravond, in een geweldige plensbui zag ik aan het Sint-Baafsplein Sevzero van jetje geven, met goeie covers van Addicted to love, Kryptonite en The passenger


1In de Spiegeltent, waar een vriendin en ik uiteindelijk besloten te schuilen voor de eerste serieuze regen in weken, pikten we nog een deel mee van de set van Crystal, die rock, rockabilly en swing brachten met een geweldige zangeres.


26 juli 2013

Gentse Feesten 2013 - dag 6

In de namiddag ging ik met mijn zoon naar het pas gestarte MiraMiro. Net als elk jaar stond er een interactieve installatie op de Sint-Baafssite waar kinderen (en volwassenen) allerlei spelletjes kunnen spelen op door Spanjaarden ineengeknutselde eenvoudige en soms ook wel wat complexere constructies. Niet altijd is even duidelijk wat precies de bedoeling is, maar de bereidwillige ontwerpers houden in de gaten waar het wat stroef loopt en komen dan tonen en met eenvoudig Engels een beetje uitleggen wat je moet doen.


We pikten, voor het eerst onvoorbereid wegens nog geen programmaboekje, ook een voorstelling mee. Ruim op voorhand hadden we een plekje vooraan weten te veroveren, maar jammer genoeg ging het om moderne dans, en laat dat nu nét iets zijn waar ik niks mee heb. 


Daarna gingen we richting het Sint-Baafsdorp waar uit oude meubelen autootjes waren gemaakt die je zelf moet voortduwen. De zoon wou er niet in, maar er wel naar kijken. En we namen meteen ook een kijkje in het minimuseum met ineengeknustelde jukeboxen die met een knopje te bedienen waren. Ze zagen er niet alleen intrigerend uit, er kwamen ook nog eens vaak verrassende melodietjes uit...



's Avonds toog ik naar Boomtown. Een korte tussenstop bij Sint-Jacobs leverde een flard Mister And Mississippi op, die echter te lauw klonken om echt te boeien (zelfs hun cover van Get lucky klonk alsof ze er zelf niet in geloofden dat de hele nacht opblijven iets zou opleveren).
Op de Kouter stond Dez Mona al het beste van zichzelf te geven. Stel u daar vooral een theatrale set bij voor, want voor minder doet deze band het blijkbaar niet. Je hoort dat er best wel goeie songs tussen zitten, maar waarom alles zo vet aangezet moet worden, is me een raadsel. Bij momenten leken ze zich Led Zeppelin te wanen, al eindigden ze dichter bij Guild Of Stags, een Nederlandse band die ik op Vestrock aan het werk had gezien.


In de tent volgde de aangename verrassing genaamd BRNS (spreek uit: Brains). Met twee drummers dreef hun sound vooral op de percussie, waardoor These New Puritans niet veraf leken. BRNS laat Brussel klinken als een verpauperde Britse industriestad, herinnert me daardoor ook aan Public Service Broadcasting en Clock Opera. Tegelijk hoor ik er flarden Great Mountain Fire in, nog een andere Brusselse band die me weet te bekoren. De plankenvloer in de tent geeft ruim mee, zodat we bijna de lucht invlogen (letterlijk!) op de opzwepende muziek van BRNS. Halfweg zat er met Deathbed al een hoogtepunt en vlak voor het eind speelden ze ook nog een zeer enthousiast ontvangen, fantastisch Mexico. Live klinken ze alvast een stuk spannender en strakker en energieker dan op plaat, dus ook dit is vanaf nu een blindelings te volgen concerttip.


Op het hoofdpodium begon meteen erna Efterklang aan hun set. De Denen maken rijk gearrangeerde droommuziek en de netjes in pak gehesen frontman zag er erg zondags uit. In een song als The ghost (met een geweldige videoclip trouwens) hoor je ook live dat heel veel details verwerkt zitten en dat de song goed opgebouwd is. Jammer genoeg slaagden ze er live te weinig in me bij de kraag te vatten en bleef vooral het gevoel over dat dit thuis met een koptelefoon en zonder ruis van omstaanders, wanneer je de details ten volle kan waarderen, nog het best tot zijn recht komt.


Onderweg naar huis zagen we nog heel even dat aan de Portus Ganda een leuke openluchtcinema die deel uitmaakt van MiraMiro. Er draaide net iets van Charlie Chaplin. Misschien moet ik één van de komende avond eens komen kijken nog...


25 juli 2013

Gentse Feesten 2013 - dag 5


Net als de avond ervoor met Douglas Firs, stond ook deze avond vooral in het teken van één optreden. De Canadees Ben Caplan, die ik vorig jaar een huisconcert zag geven in Middelburg, zakte immers af naar Gent, en zo een kans konden we niet laten liggen.


Na wat rondgekuierd te hebben door de stad en zelfs even het Sint-Veerleplein aangedaan te hebben, verzamelden we met een voor dit uur aanzienlijk aantal mensen voor het grote podium bij Sint-Jacobs. Aanvankelijk was er nog enige teleurstelling om te merken dat Caplan zijn Casual Smokers (zijn begeleidingsband) niet had meegebracht. Achteraf kan ik alleen maar vaststellen dat nét daarom ik dit concert nog indrukwekkender vind dan dat in Middelburg. Want deze man heeft een klok van een stem, opzwepende nummers (die zo ongeveer wel allemaal "ladadada" bevatten) die zich aanschurken tegen zeemansliederen en walsen en tonnen humor waarmee hij zelfs het meest weerbarstige publiek nog mee zou krijgen. Hij begeleidde zichzelf, wisselend tussen gitaar en piano, leek en klonk oprecht gelukkig hier te staan en kreeg gaandeweg het hele plein enthousiast. Eindigen deed hij dan ook met een magistraal ingeleid en samen uitbundig meegezongen Conduit.
Rest ons nog één tip: als u ooit ziet dat Ben Caplan bij u in de buurt optreedt, aarzel niet en ga erheen. U zal het zich niet beklagen.




(foto's: Elke Ramon)

24 juli 2013

Gentse Feesten 2013 - dag 4

Deze dag stond helemaal in het teken van het concert dat Douglas Firs gaf bij Sint-Jacobs. Maar vooraf struinden we al wat door de stad en lieten we ons vooral door de straatanimatie bekoren. Er was (opnieuw) Trashbeatz, dat ik enkele dagen geleden nog verkeerdelijk Trashbattery had genoemd, en er was het Ouse Valley Collective, een band die net Black Soul Choir van Sixteen Horsepower coverden. 



Maar Douglas Firs dus... Gert-Jan Van Hellemont heeft net een tournee in de USA en Canada achter de rug (al viel uit de bindteksten gisteren niet goed op te maken of hij zijn band ook meegenomen had of niet) en speelde bij valavond op het groot podium. Laat ons eerlijk zijn: het inspireerde hem niet tot geweldige bindteksten, maar gelukkig stond de muziek nog steeds als een huis. Al het goede dat we al eerder schreven over Douglas Firs (hier en hier, en leest u meteen misschien ook nog eens het interview met hem), werd nog eens bewaarheid. Meer zelfs, de band staat steviger dan ooit op zo'n podium en deze ambitieuze, jonge artiest valt, eens hij begint te spelen en te zingen, niet weg te blazen van de bühne. Sinds mijn eerste kennismaking met hem heeft hij al een mooi parcours afgelegd.



De band speelde (flarden) van covers: I me mine van The Beatles en Atlantic City van Bruce Springsteen. Wel jammer dat we geen volledige nummers te horen kregen, want wat ze er wel van speelden, klonk veelbelovend. In de bisronde bracht Gert-Jan solo nog een nummer van Feist. Hoogetepunten van de set waren de bekendere en ook wel de stevigere songs: Shimmer and glow, I dont' think you're good to have around, Pretty legs and things to do, Misunderstood en Dirty dog.

Gelezen (53)

Ledeberg - Jo Van Damme


Dit boek heb ik niet eens uitgelezen. Ik vermoed dat de radiomaker Jo Van Damme (en zijn uitgeverij) dit boek vooral zag(en) als een makkelijke manier om zijn bekendheid te gelde te maken. Het verhaal was niet veel soeps, maar wat vooral stoorde was dat het vol fouten stond die een beetje eindredacteur -zou je denken- er toch meteen uit zou gehaald hebben: de namen van de hoofdpersonages worden voortdurend verwisseld, er ontbreken woorden of zinsconstructies kloppen niet. Na veertig bladzijden was ik het beu en heb ik het boek weggelegd. Ik gebruik mijn tijd liever nuttiger.


De laatste dag van de zomer - Ian McEwan


En dat gebeurde dan weer wel met dit boek. Ian McEwan is een schrijver die ik graag lees, en deze verzameling van zijn vroegste verhalen kreeg ik ooit van mijn kinderen cadeau. De kwaliteit van de verhalen is niet altijd even hoog, maar zelfs in de mindere verhalen herken je al het talent van deze schrijver. De kortverhalen boeien en er is afwisseling genoeg. Leuk boekje!

The collector - John Fowles



John Fowles is vooral bekend als auteur van The French Lieutenant's Woman. Dat boek heb ik overigens nog nooit gelezen. In de bib sprak dit boek me wel aan, en dus besloot ik het mee te nemen. Hoofdpersonage Frederick is een wat wereldvreemde man die opgroeide bij zijn tantes. Hij verzamelt vlinders. Wanneer hij de lotterij wint, besluit hij een afgelegen huis te kopen dat hij helemaal inricht voor de kunststudente Miranda, op wie hij een oogje heeft maar die hij niet durft aanspreken. Hij ontvoert haar, ervan overtuigd dat als ze hem leert kennen, ze wel zal vallen voor zijn charme en zijn liefde. 
Het verhaal wordt verteld vanuit beider standpunten (het tweede deel is het dagboek dat Miranda bijhoudt en vertelt alles wat je tot dan toe al had gelezen, vanuit haar standpunt). Uiteraard verloopt niet alles volgens plan, en het is de verdienste van Fowles dat hij voldoende plotwisselingen inbouwt die je niet mijlenver ziet aankomen. Het was even voorbij de helft van het boek even doorbijten, maar globaal gezien vond ik het best wel een goed boek.


Just kids - Patti Smith



De zangeres Patti Smith, voor wie ik een grote bewondering koester, beschrijft in dit autobiografisch werk vooral de periode in haar leven die ze deelde met de kunstenaar Robert Mapplethorpe, die vooral als fotograaf erg beroemd zou worden. Het boek staat vol verwijzingen naar andere interessante figuren die in New York rondhangen in de jaren 60 en 70. Bij momenten krijg je een beetje een gevoel van namedropping, zeker wanneer er verwezen wordt naar welke boeken ze las en welke kunstenaars ze goed vond, en de anekdotische vertelstijl leidt niet altijd ergens naartoe, maar interessant is en blijft het natuurlijk wel om een inkijk te krijgen in een milieu van kunstenaars, uit een periode toen ik eerst nog niet eens geboren was, en daarna als kind meemaakte.

Wolf In Loveland


Een aquarel van blauwe lucht boven een glooiend graslandschap is niet meteen iets wat wij associëren met een band uit Rotterdam. Wolf In Loveland tooit er de binnenzijde van de titelloze debuutplaat mee, en leidt met de opgeroepen sfeer de aandacht af van de grote stad waar de muziek gemaakt werd.
Vermoedelijk is dat ook precies de bedoeling, want de oorspronkelijk Zeeuwse muzikant Jan Minnaard drenkt de pen waarmee hij zijn composities schrijft diep in folkpop. In de promo worden vergelijkingen gemaakt met Iron & Wine, José Gonzalez en Angus & Julia Stone, doch dat vinden wij wat hoog gegrepen. Wél krijgen we fijne songs op ons bord, die ontdaan zijn van weerhaakjes en goed in het oor liggen. Het hoeft voor ons namelijk ook niet elke dag een moeilijke plaat van John Zorn en Mike Patton, of een concept-lp van The Mars Volta te zijn. Waar wij daarentegen bij beluistering van de elf kleinoden aan denken, is Douglas Firs in een lichtzinnige bui (On the road) of de minstrelen uit de jaren 60 waarvan Donovan wellicht de bekendste is. Opvallend is trouwens hoe dicht de stem van Jan Minnaard aanleunt bij die van Douglas Firs.
Dat Wolf In Loveland al eens wat steviger uit de hoek durft te komen, mogen we ervaren op Other side/Neon lights waarin de ellenlange jaren 70-gitaarsolo niet geschuwd werd, als mochten de Nederlanders Santana als gastmuzikant noteren in de liner notes. Buitenbeentje is overigens het anderhalve minuut durende instrumentale noise-experiment Reprise dat Sonic Youth-gewijs begint en stilaan vorm krijgt in een rockmelodie waar ze in het al eerder genoemde decennium ook hun hand niet zouden voor omgedraaid hebben.
De aquarellen hebben ons al voorbereid. Dit hoort eerder thuis in een lichtgewichtcategorie, toegegeven, waar Wolf In Loveland weliswaar geen mal figuur slaat.

U kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

23 juli 2013

Gezien: The wrestler


Hij lag al een tijdje in mijn kast, en ik had hem ook mee op vakantie, maar pas tijdens deze warme dagen waarop ik beter binnen kan blijven, is het me gelukt om hem ook effectief te bekijken: The wrestler. In deze film van Darren Aranofsky (die al eerder pareltjes maakte als Pi, Requiem for a dream en Black Swan -die laatste zag ik nog niet, overigens-) speelt Mickey Rourke een voormalige wresling-ster. Dat worstelen is niet het Grieks-Romeins worstelen (ooit een Olympische discipline), maar wel de Amerikaanse showvariant waarin heel wat afgesproken is en dat eigenlijk (deels) doorgestoken kaart is. De sterren daarin zijn echter echt wel huge, getuige de realitysoap die rond Hulk Hogan gemaakt werd. Maar twintig jaar na zijn grote successen is Randy "The Ram" Robinson nog steeds actief in een soort veteranencircuit waar hij slecht betaald wordt en moet bijklussen om zijn huur en zijn medicatie (doping) te kunnen betalen. Hij krijgt de kans om een comeback te maken, maar tegelijk wordt hij geconfronteerd met gezondheidsproblemen en probeert hij zowel een vrouw (Cassidy) als zijn dochter voor zich te winnen. 
Het meest werd ik getroffen door de rauwe, uitstekende vertolking door Rourke van het hoofdpersonage. Net als Tarantino met John Travolta, slaagt Aranofsky erin de gevallen steracteur tot een grootste prestatie uit te dagen. Mickey Rourke doet me trouwens ook wat denken aan Tommy Lee Jones (zoals die o.m. in No country for old men te zien).
Dit is een prachtfilm, die niet altijd voor de makkelijkste weg kiest. Geniet er bij gelegenheid ook eens van...

Gentse Feesten 2013 - dag 3

No Angry Young Man kent u misschien al als u deze blog al een tijdje volgt: ik besprak zowel hun eerste als tweede album, en zag hen live in 't Ey in Belsele. Nu ze dicht bij (mijn) huis speelden, wou ik hen absoluut zien. En dus trokken we naar het Luisterplein.


Hoewel het moeilijker is/lijkt om op een festival op te treden en het publiek te boeien, dan bij een zaaloptreden waar de meeste mensen nét gekomen zijn om JOU te zien en horen, bracht No Angry Young Man het er echt wel zeer goed vanaf. Je merkte dat de band er zelf zin in had, en ze speelden een selectie uit hun beide albums. Het tempo was strak, de songs wisten je te grijpen, er werd vol overtuiging gezongen en gemusiceerd. Opvallend was bijvoorbeeld dat de versie die ze gisteren brachten van Paris rains de meest intense uitvoering was die ik al hoorde. Naarmate het lied vorderde, voelde je de wanhoop, de smeekbede die door ziel en merg ging. 



Setlist:
  1. Intro
  2. Caroline
  3. Mary-Jane
  4. Burden
  5. Leaving town
  6. No man's land
  7. Whispers and mourns
  8. Counting stars
  9. Paris rains
  10. Before I sleep
  11. Generation failure
  12. Shake on

Ik was nog nooit eerder het bekende jazzcafé Hotsy Totsy binnengeweest, maar maandagavond speelde een vriend van ons, Gert Torck, er mee met Djurdjevak. Djurdevak brengt gypsy balkan. Het eerste deel hadden we gemist, maar net na de pauze zong Gert Torck er zijn nummers van Brel, die hij in het lokaal dialect vertaald heeft. Vorig jaar bracht hij die trouwens ook al eens bij Sint-Jacobs, zoals je hier kan lezen. 


Zo volgden na Mathilde en Marieke een venijnige versie van Les bourgeois (Hé bourgeois) en Ga niet weg bij mij, vooraleer Le port d'Amsterdam hertaald werd naar De haven van Gent. Met Djurdjevak als muzikale begeleiders (terwijl hijzelf ook nog gitaar speelde) slaagde Gert Torck er moeiteloos in om het publiek op zijn hand te krijgen.
Daarna speelde de band nog enkele nummers, waaronder een verrassende cover van Veerpont (heen en weer) van Drs. P, waarbij de toehoorders betrokken werden en het refrein in allerlei talen gezongen werd, tot zelfs gebarentaal toe...
In de Spiegeltent pikten we nog een klein stukje mee van Tiny Legs Tim. Hij coverde net op dat moment het geweldige It takes a worried man (to sing a worried song) van Lead Belly.


Afsluiten deden we deze keer op het Bal Populaire in het Baudelopark, waar de DJ van dienst met (bijna) allemaal goeie deuntjes het dansbeest in ons wist wakker te maken.


Grant Hart


Bij de eerste beluistering dachten we nog dat The argument van Grant Hart een wisselvallige plaat was, die daardoor uiteindelijk ergens vergeten zou worden op een plekje in de platenkast waar we nooit heen grijpen. Vele draaibeurten later hebben we onze mening grondig herzien.
Grant Hart vormde ooit samen met Bob Mould het legendarische Hüsker Dü. Wie hun platen nog nooit hoorde, mag zich naar het dichtstbijzijnde streamingkanaal reppen om zijn of haar schade in te halen en te horen waar vele bands de mosterd vandaan haalden. Ook na Hüsker Dü bleef Hart actief. Hij deed dat deels solo, maar ook enkele jaren in het rocktrio Nova Mob. De kans dat je van die laatsten gehoord hebt, is wat kleiner, en dat is jammer. De beide albums die door deze band werden uitgebracht, bleken moeilijk te doorgronden doch erg mooie werkstukken. Solo is de man pas aan zijn vierde plaat toe. Tussen de eerste drie zat telkens tien jaar, dus dat The argument slechts vier jaar nodig had om voltooid te raken, is relatief snel.
En wat valt er te beleven? Twintig songs worden over ons uitgezaaid. En net als in de bijbelse parabel vallen ze niet allemaal in de goeie, vruchtbare grond waar ze meteen ontkiemen. Gelukkig blijkt ook het zaad dat eerst tussen harde rotsen terechtkwam over genoeg kracht te beschikken om uiteindelijk tot bloeiende planten uit te groeien. De invloeden die je meent te herkennen, zijn erg divers. In Awake, arise! klinkt Grant als David Bowie, If we have the will is een rouwklacht bovenop een kermisdeuntje met de bliktrommel uit Grassmeest bekende boek. Golden chain bevat Chinese invloeden, War in heaven opent met een brandweersirene en geweersalvo’s en Underneath the apple tree (met de onsterfelijke zin “I was born a simple reptile / Upon my belly I would crawl” vat hij het verhaal aan van de beroemde slang uit het Adam-en-Evaverhaal) klinkt als een kinderliedje, gespeeld op speelgoedinstrumenten (en een kazoo). Joy Division loert om de hoek in I am death en net als in heel wat liedjes komt er dan een twist waardoor er een andere sfeer ontstaat. Hier krijgen we Kaiser Chiefs nà het innemen van de ADHD-medicatie.
Lijken sommige nummers aanvankelijk toch niet helemaal waar je op hoopte, dan blijken het nadien één voor één groeiertjes te zijn. En zo blijkt deze hele plaat als goede wijn, die je lang genoeg moet laten rijpen.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

22 juli 2013

Lied van de week: week 30 - 2013

Pompeii - Bastille


Ik ben gezwicht voor het onweerstaanbare Pompeii van Bastille...

Je kan het album Bad blood hier kopen.

Lyrics:

Eh-eh-o eh-o [4x]

I was left to my own devices
Many days fell away with nothing to show


And the walls kept tumbling down
In the city that we love
Grey clouds roll over the hills
Bringing darkness from above

 

But if you close your eyes,
Does it almost feel like
Nothing changed at all?
And if you close your eyes,
Does it almost feel like
You've been here before?
How am I gonna be an optimist about this?
How am I gonna be an optimist about this?

 

We were caught up and lost in all of our vices
In your pose as the dust settles around us

 

And the walls kept tumbling down
In the city that we love
Grey clouds roll over the hills
Bringing darkness from above

 

But if you close your eyes,
Does it almost feel like
Nothing changed at all?
And if you close your eyes,
Does it almost feel like
You've been here before?
How am I gonna be an optimist about this?
How am I gonna be an optimist about this?
If you close your eyes

 

Eh-eh-o eh-o [4x]
 

Oh where do we begin?
The rubble or our sins?
Oh where do we begin?
The rubble or our sins?

 

And the walls kept tumbling down
In the city that we love
Grey clouds roll over the hills
Bringing darkness from above

 

But if you close your eyes,
Does it almost feel like
Nothing changed at all?
And if you close your eyes,
Does it almost feel like
You've been here before?
 

How am I gonna be an optimist about this?
How am I gonna be an optimist about this?

 

If you close your eyes, does it almost feel like nothing changed at all?
 

Eh-eh-o eh-o [4x]

Gentse Feesten 2013 - dag 2

Het was erg warm gisteren, en dat heb ik geweten. Het werd niet meteen een topdag, door die hitte en felle zon. 's Namiddags begon nog rustig, met een bezoekje aan het ambachtenmarktje aan het Geraard De Duivelsteen, de tweehandsboekenmarkt aan de Recollettenlei en de prondelmarkt aan Sint-Jacobs. Daar vond ik trouwens deze prachtige oude 33-toerenplaat (in kleiner formaat dan normaal, zoals ik al eerder eens op een rommelmarkt één vond met klassieke muziek):


De plaat bevat allerlei (soms wat schunnige) kermisliedjes, zoals Overal waar de meisjes zijn, Charlowieke, mijne vogel is gaan vliegen en 'k Heb een bloemeke geplukt.
De zon noopte me echter naar huis, want ik voelde me echt niet goed. Gelukkig kwam ik er later op de avond weer door, en zo trokken we naar het Luisterplein (François Laurentplein) voor De Held, een artiest die me door enkele Twitterlimburgers was aangeraden ooit... Jo Jacobs had Gaetan Vandewoude, van Isbells, meegebracht. Zijn muziek werd aangekondigd als slaapkamermuziek. Eerlijk? Ik was er niet zo weg van... Het kabbelde allemaal iets te zacht voort, en hoewel de liedjes niet slecht waren, kon ik maar matig bekoord worden. Of het moest zijn dat het nog allemaal een gevolg was van de hitte...



In de Spiegeltent in het Baudelopark trad Pauwel De Meyer op met zijn band. Ook hij was me nog niet zo goed bekend, maar kreeg ik ooit als tip van een huiskamerconcertorganisator. Hij startte zijn set met wat vertraging, om niet teveel gestoord te worden door het nabije vuurwerk. De eerste liedjes bracht hij solo, met zang, gitaar en mondharmonica (o.m. I don't think so), waarna zijn band hem bijtrad. Ook voor Pauwel De Meyer gold dat het lang niet slecht was (hij was trouwens een stuk beter dan De Held), en toch werd ik er niet helemaal door meegesleept. Hij speelde vooral nummers uit zijn album (o.a. Two feet on the ground was meer dan aardig), en ook een nieuw nummer.




Tussendoor hadden we nog onder meer Joni Sheila zien busken, een stukje meegepikt van de Backseat Boppers voor Radio Modern onder de stadshal en wat straatanimatie gezien van Trashbattery.