15 juni 2012

Get Cape. Wear Cape. Fly


Kleine jongetjes spelen. Met rond hun hals een oud laken geknoopt, dat achter hen aan wappert, lopen ze door het grasveld, als een echte superheld de slechteriken achtervolgend. Als het regent, springen ze met een borstel van hun mama op bed, op de tonen van de radio, een imitatie gevend van de gitaristen die ze op tv zagen. Kleine jongetjes dromen.
Kleine jongetjes worden groot. Hun dromen (superheld worden, muziek maken,…) verdwijnen of, in het geval van Sam Duckworth uit het Engelse Essex, blijven voortleven en zoeken hun weg. Get Cape. Wear Cape. Fly: het lijkt een handleiding voor superhelden, en het komt ook uit een spelletje over Batman in een tijdschrift. Duckworth maakt onder die naam al sinds 2004 muziek, en met Maps is hij aan zijn vierde album toe.
GCWCF (zo wordt de groep regelmatig afgekort, en we zijn van plan dit hier ook te doen om ons toetsenbord een beetje te sparen) toont van alle markten thuis te zijn, met de variatie die deze plaat rijk is. Weliswaar zijn het voornamelijk Britse markten, al begint hij met behoorlijk Amerikaanse rock in The real McCoy. Het koperwerk in Vital statistics geeft de plaat ineens een heel andere sfeer, en zo slingeren we wel vaker heen en weer op dit album. En de samenhang in het refreintje brengt ons als vanzelf in swinging London. Heel vaak klinkt GCWCF als vroege Blur ten tijde van Modern life is rubbish, en ook dan slagen ze erin om toch een geheel eigen toets toe te voegen. Luister maar eens goed naar The long and short of it all en Easy (Complicated). Call of duty klinkt dan weer als iets van Alex Turner en Snap draagt een hint van The Kinks in zich. London's burning wordt een meezinger van formaat, een perfecte afsluiter voor een festivalconcert. Daylight robbery eindigt met een streepje drum ‘n bass.
Foutloos is het parcours niet helemaal. Offline maps, de "titelsong", is slechts een middelmatig nummer, vluchtiger dan de rook van een sigaret in de mist, en met The joy of stress schurkt Sam Duckworth zelfs vervaarlijk dicht aan bij James Blunt. Enkel de details van de Moog zorgen ervoor dat het lied niet in die afgrond valt.
De nieuwe van GCWCF is een aangename plaat die deze zomer verdient op menige barbecue de soundtrack te mogen bieden, en dan storen de mindere songs niet meteen. Eindejaarslijstjes worden niet gehaald met dit soort platen, maar niemand eet elke dag vijfgangenmenu’s, toch?

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.


Geen opmerkingen: