10 mei 2012

Gevaarlijk jong (2/2)

Gisteren schreef ik al over de tentoonstelling Gevaarlijk jong, nog steeds een supertip, waar je je wel voor moet haasten, aangezien ze maar tot 20 mei loopt. 


Ik werk zelf als orthopedagoog in een MPI (internaat en semi-internaat) voor kinderen met een mentale beperking, in het team waar de kinderen daarnaast (althans de meeste) ook een autismespectrumstoornis hebben. In onze voorziening begeleiden we ook heel wat kinderen met gedrags- en emotionele stoornissen, en in het verleden werkte ik ook vaak met deze en gelijkaardige doelgroepen (o.m. in de bijzondere jeugdzorg). Dat speelt vast erg mee in waarom ik zo door deze tentoonstelling gegrepen werd.
De kinderen en jongeren die ik nu of vroeger begeleid(de), zijn allen in hun ontwikkeling bedreigd. In die zin gaan delen van de tentoonstelling ook over hen, en het is jammer dat ik daar maar zo laat achter gekomen ben, want ik had eigenlijk wel graag met (een deel van) hen naar deze tentoonstelling geweest (nu zal dat praktisch niet meer haalbaar zijn). Want met begeleiding zijn er zeker delen die ook voor hen herkenbaar, toegankelijk, interessant zijn. Ik hield aan het bezoek (o.m. door het gedeelte met outsider art waarin artiesten terugkijken op hun eigen jeugd) ook een versterking over van mijn overtuiging dat we met onze kinderen en jongeren meer moeite moeten doen om dit toegankelijk te maken voor hen, hen ermee in contact moeten brengen en hen de kans moeten bieden zich te laten raken door wat ze zien. Zoals een collega van me het onlangs verwoordde: op dat vlak onderschatten we hen enorm! Zelfs in alle drukte op het werk (die er niet beter op lijkt te worden), wil ik absoluut graag tijd kunnen maken om mee mijn schouders te zetten onder projecten om hen ofwel hier zelf te laten rond werken ofwel minstens met hen naar dit soort exposities te gaan kijken.


Wat me ook bijzonder raakte, is dat ik een bevestiging zag van mijn eigen idee dat kinderen de voorbije decennia te weinig kind mogen zijn. Maatschappelijk is er een verschuiving gekomen in de visie op het kind, waarbij kinderen opnieuw meer mini-volwassenen zijn geworden, met weinig tolerantie voor het feit dat zij nog veel moeten leren, en vooral met een heel sterke nadruk op de consumptiemogelijkheden van kinderen. Kinderen en jongeren zijn een belangrijke commerciële doelgroep geworden, wat zich manifesteert in kindermode die een aftreksel is van (vaak ook licht seksueel uitdagend getint) volwassenmode, van de Studio-100isering en verketnetting, en in de agressieve targetting van reclamemakers en producenten t.a.v. kinderen en jongeren. Het is een tendens waar ik me met hand en tand probeer tegen te verzetten, zeker als het mijn eigen kinderen betreft, maar die natuurlijk zo alomtegenwoordig is dat je daar zelf weinig tegen vermag. Ik vind het erg mooi te zien hoe kunstenaars een erg confronterende spiegel durven voorhouden van deze tendens.


Maar ik raad u vooral aan om zelf de tentoonstelling alsnog te gaan bekijken, en bij uzelf na te gaan waarin u geraakt wordt. Want over één ding kunnen we het zeker eens zijn: kinderen zijn een goed en een thema dat elk van ons heel diep raakt, omdat ook wij delen in de maatschappelijke kijk waarin kindertijd en jeugd als zeer belangrijk en waardevol gezien worden. Of om het met woorden uit de catalogus te zeggen: "Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst."

Geen opmerkingen: