24 april 2011

Radiohead : The king of limbs




Meermaals zet Radiohead me op het verkeerde been op hun nieuwe album, The king of limbs. Dan start de beluistering van een nummer met een bedenkelijke frons, vind ik het te jazzy, te ingewikkeld, te moeilijkdoenerig, om naarmate het nummer vordert toch overstag te gaan en me te laten inpakken door de ingenieuze melodie, de herkenbare zang van Thom Yorke en vooral de schoonheid die dan toch verscholen blijkt tussen al die noten. Slechts acht nummers heeft Radiohead nodig om te overtuigen, en om hun reputatie van één der beste bands van dit en vorig decennium waar te maken.
Instant klassiekers zoals Creep of zoals op OK Computer vinden we niet meer terug op hun recente albums, die meer als een geheel functioneren en als dusdanig de overgang van de puberende rockband naar een volwassen groep illustreren. Dat is ook op deze plaat niet anders, en hoewel we goeie singles nog steeds heel erg kunnen smaken, hoeven we dit niet te betreuren...


Abstracte hiphop, daar lijkt het begin van opener Bloom op, tot zanger Thom Yorke begint te zingen. Het mag duidelijk zijn : met zo'n opener moet je even doorzetten, en je verwachtingen opzij durven schuiven, of je geeft hier al op. Een nerveus riedeltje stuitert doorheen Morning Mr Magpie dat al iets (maar dan niet heel veel meer) radiovriendelijker is, voor avontuurlijke radiomakers en -luisteraars althans. Waar we bij de opener blijven aarzelen wat we er nu eigenlijk van vinden, dan vallen we na enkele luisterbeurten helemaal voor dit nummer. Dat geldt des te meer voor Little by little, naar mijn persoonlijke mening het beste nummer op dit album. Er is weer dat nerveus drumpatroon op de achtergrond, maar eroverheen wordt een sausje gegoten dat smaakt naar meer : een melodieus samengaan van bas en gitaar, en daaromheen kronkelend de stem van Yorke. En het refrein is al helemaal onweerstaanbaar.



Nog nerveuzer worden de drums (al bijna overschakelend naar jazzy drum 'n bass) in Feral, waar geëxperimenteerd wordt met de stem. Het is een experiment dat meerdere luisterbeurten nodig heeft om tot zijn recht te komen. Single Lotus flower drijft op electronica, een goed verscholen basloopje en de typische zang. Codex en Give up the ghost vormen een rustig duo. In het eerstgenoemde lied mijmert Yorke over een piano gebogen, tot een halve minuut outro ons langzaam voorbereidt op de ochtendvogeltjes van Give up the ghost. Sobere drums, een stem die zich omheen de backing vocals slingert maar meer en meer de aandacht opeist : het zijn de ingrediënten waarmee we het mooiste rustige nummer van Radiohead op ons bord gepresenteerd krijgen. En dan is al meteen tijd voor het dessert : Separator gaat een versnellingske hoger, en is een passende en geslaagde afsluiter.

1 opmerking:

Anoniem zei

de 2 extra songs die voor Recordstore Day uitgebracht werden zijn ook de max, alsook de nummers van Thom met Burial en Four Tet: een geslaagd 2011 so far LOL